Lening wel of niet zakelijk?

3 april 2025
De Rechtbank Gelderland heeft duidelijkheid gegeven over wanneer een lening tussen bedrijven fiscaal (on)zakelijk is. De zaak ging over een geldverstrekker die een verlies op een lening wilde aftrekken nadat de geldlener was ontbonden. De Belastingdienst weigerde dit, verwijzend naar de 'onzakelijke-leningjurisprudentie'.
Feiten: In 2006 gaf een vastgoedbedrijf een lening van €180.000 aan een gelieerd bedrijf voor de aankoop van een slipbaan. De aandeelhouder van de geldverstrekker had ook 50% van de aandelen in de geldlener. Er waren geen schriftelijke leningsvoorwaarden, zekerheden of aflosschema's. In 2017 verkocht de geldlener de slipbaan voor €45.000, terwijl deze later voor ruim €1,2 miljoen werd doorverkocht. De geldverstrekker waardeerde de lening af met €142.504, maar de inspecteur corrigeerde dit als onzakelijke lening.
Oordeel van de rechtbank: De rechtbank oordeelde dat de inspecteur moest bewijzen dat de lening onzakelijk was. Het ontbreken van zekerheden en aflosschema's maakt een lening niet automatisch onzakelijk. De inspecteur kon niet aantonen dat geen onafhankelijke derde de lening zou hebben verstrekt. De waarde van de slipbaan eind 2016 was rond €1 miljoen, wat voldoende zekerheid bood. De lening werd dus als zakelijk beschouwd en de afwaardering kon ten laste van de fiscale winst worden gebracht.
Conclusie: Deze uitspraak verduidelijkt dat de inhoud van een lening belangrijker is dan de vorm. De inspecteur moet bewijzen dat het risico zo groot was dat niemand de lening zou verstrekken. Voldoende zekerheid bij de debiteur wijst op een zakelijke lening.